Ik denk dat elk baasje er wel van kan genieten als hun hond aan het spelen is met andere honden. Het is goed voor de sociale vaardigheden, spierkracht en coördinatie. Maar.. dan moet het wel goed spel zijn! Soms lijkt het alsof honden heel leuk met elkaar aan het spelen zijn, maar dan is hier helaas geen sprake van. Naast dat dit soort ‘spel’ zorgt voor, of juist een uiting is van stress, kan er ook een conflict ontstaan. Dit willen wij natuurlijk niet! Dus het is belangrijk dat we weten hoe we kunnen ontdekken of dat de honden het een leuk spelletje vinden.
Zo herken je goed spel:
– rollenwisselingen
Tijdens het juiste soort spel zie je rollenwisselingen. Hierbij zie je duidelijk dat de rollen steeds omwisselen. Neem als voorbeeld even een renspelletje. Je hebt hierbij doorgaans 2 rollen die je zou kunnen omschrijven als ‘de prooi’ en en als ‘de jager’. De jager rent achter de prooi aan. Na een korte tijd zie je dat 1 van de twee verminderd in snelheid. Soms stoppen ze helemaal met rennen. Dit is een duidelijke vraag om even de rollen te wisselen. De prooi speelt de rol van de jager en visa versa.
Rollenwisselingen zie je ook bij stoeispelletjes. De honden wisselen van positie, dan weer even bovenop, dan weer onderop.
– pauzes
Tussendoor wordt het spel even gestopt. Hierbij vragen de honden eigenlijk aan elkaar; ” Heb je nog zin om door te gaan?”. Mocht de hond geen zin meer hebben of het spel niet meer leuk vinden, dan kan de hond weglopen.
– Aanpassen aan elkaar
Als het goed is, zijn honden bewust van hun kracht en snelheid. Zo weet een grotere snelle hond heel goed dat hij sneller is dan het hondje met de korte pootjes. De snellere hond zal zijn snelheid aanpassen. Hierdoor blijft het voor beide honden leuk! Ik denk dat niemand een spel leuk vindt wat je niveau te boven gaat.
Aanpassen kan ook door andere manieren. Bijvoorbeeld wanneer een grote hond gaat liggen, zodat hij even groot is als een kleine hond. Ook passen honden hun spelgedrag aan wanneer hun kameraad een pup is. De oudere hond doet het wat rustiger aan en gedoogd ook meer van de pup.
– weinig stresssignalen
Met stresssignalen laten honden zien dat ze een moment niet zo fijn vonden. Denk bijvoorbeeld aan tongelen, oogwit laten zien, uitschudden, piepen, gaan borstelen of gaan snuffelen. Stresssignalen is een manier van hoe een hond communiceert. Je mag dus wel een paar signalen zien, maar niet te vaak of niet te lang. Honden mogen best aangeven dat ze iets niet fijn vinden of dat iets te ruw was door het vertonen van een signaal. Als het goed is past de andere hond zich vervolgens aan. Gebeurt dit niet, dan is geen leuk spel meer.
– Oog voor omgeving
Honden horen rekening met elkaar te houden. Dit houdt onder andere in dat het niet netjes is om tegen elkaar aan te rennen of met hoge snelheid rakelings voorbij te stuiven. Wanneer het geen goed spel meer is, verliezen honden oog voor hun omgeving. Ze rennen tegen dingen aan. Bijvoorbeeld bomen, maar bijvoorbeeld ook onze knieën.
– Beide partijen vinden het even leuk
Het is misschien een open deur. Maar bij goed spel willen beide honden spelen. Er is geen sprake van een winnaar of verliezer. Beide partijen willen even graag het spel aan gaan. Vindt 1 het niet of minder leuk worden, dan stopt het spel. Een hond zal zich vervolgens dan ook niet opdringen aan de andere hond.
Gedrag observeren
Hopelijk ga je de volgende keer dat je hond speelt kijken naar de gedragingen.
Twijfel je? Film het en stuur het naar ons door! Wij vinden het altijd leuk om gedrag te observeren. Ik zou wel willen aanraden om bij twijfel het spel te stoppen. Zo voorkom je wellicht een ruzie. Er zijn genoeg andere manieren om een wandeling heel leuk te maken!
0 reacties